Wat zijn de Lumbago symptomen?

Er zijn tal van symptomen die kenmerkend zijn voor een lumbago.

Lumbago of lumbalgie is een algemene term om de klacht lage rugpijn te omschrijven. Dit komt voor op alle leeftijden. Acht op de tien mensen krijgen ooit last van lage rugpijn, maar meestal is er niets ernstigs aan de hand. Een lumbago geneest meestal spontaan na enkele dagen of weken, ongeacht de ernst van de pijn en/of de blokkage.

Lumbago is een medische term om hardnekkige pijn en stijfheid in de lende of in de onderrug te omschrijven. De rugklachten bevinden zich dan tussen de onderste ribben en de billen. De pijn kan links of rechts of zelfs aan beide kanten van de wervelkolom voorkomen.

UITSTRALINGSPIJN

Er is meestal sprake van uitstralingspijn naar de billen, de dijen en de benen. Nooit zal de pijn verder uitstralen dan de knieën. Als dat wel gebeurt, spreekt men van een ischias. De pijn kan in sommige gevallen zelfs verder uitstralen naar de rest van de rug. De pijn gaat meestal gepaard met een tintelend gevoel in de rug, soms is er ook sprake van tintelingen in de billen en de benen.

Bij een acute lumbago treedt plots een hevige, stekende pijn op in de lage rug. De pijn zorgt ervoor dat de patiënt plots ‘geblokkeerd’ staat. Zonder pijn op te wekken, is bewegen niet meer mogelijk.

Typerend voor lumbago is dat deze pijn erger wordt bij het bewegen. Men klaagt over hevige, meestal plots opkomende pijn bij het buigen, het tillen of het gaan zitten. De rug voelt ook stijver aan en het voorover en achterwaarts leunen wordt beperkt. Tillen van zware voorwerpen en zelfs gewoon blijven zitten, voelt ongemakkelijk en pijnlijk aan.

De symptomen van lumbago worden ook wel FGR genoemd: flexiegeprovoceerde rugklachten. Dat betekent dat de klachten uitgelokt of onderhouden worden door het buigen (flexie) van de rug.

SCHEEFTREKKENDE HOUDING

Doordat de rugspieren zich gaan opspannen bij een lumbago – een soort reflex van het lichaam om een pijnlijke houding en beweging te vermijden – neemt de patiënt een andere houding aan. Een scheeftrekkende houding werkt dan antalgisch (pijnstillend), maar zo’n pijnvrije houding kan spierkrampen teweegbrengen. Door de antalgische houding ‘groeit’ de rug scheef en treedt er een verandering van het hele postuur op. Gevoelloosheid in de rug, de billen en de bovenbenen kan dan ook optreden.

Typerend voor een lumbago is ook dat er regelmatig weer (acute) opstoten zijn. Bij rugbelastende beroepen, zoals verpleging en verzorging, komen vaak zo’n opstoten van lage rugklachten voor, afgewisseld met pijnloze periodes. Een lumbago kan – bij onvoldoende behandeling – echter chronisch worden als de klachten langer dan drie maanden aanslepen.

Klachten kunnen verminderen door pijnstillers zoals aspirine en paracetamol, maar ook warmtetherapie (kersenpitkussentjes) of een steunverband kan nuttig zijn. Een steunverband houdt niet alleen de spieren warm en soepel, maar draagt ook bij tot een correcte houding.